Skip to main content

Kunt u mij de weg in Fijnaart vertellen, meneer?

Barlaque… een buurtschapje met een heel oude naam



Kunt u mij de weg in Fijnaart vertellen, meneer?
In Fijnaart kennen we veel dijken, waarvan de meeste namen ons wel iets zeggen: de Molendijk (er heeft een molen gestaan); de Boerendijk (er wonen veel boeren); de Oude Heijningsedijk (die naar Heijningen voert en al heel oud is). Een dijk met een eigenaardige naam is: Blaaksedijk of Barlaakse dijk. Waar komt die naam vandaan?

Het woord ‘blaak’ heeft geen vaste betekenis; het slaat vaak op een wateroppervlak of een stuk land. In het Oud-Nederlandse Blaack betekent het ‘blinkend water’ en in het Middel-Nederlandse ‘blec’ betekent het ‘land dat boven water uitsteekt’. In het Zuid-Nederlandse ‘blac’ betekent het ‘stil rustig water’. Soms is deze naam gegeven naar de omstandigheden. In Rotterdam kennen we de Blaak: van oorsprong water maar in de 16e eeuw gedempt en veranderd in een straat. In Tilburg is er een wijk, een landhuis en een voormalig riviertje dat genoemd is naar de ‘blac’, oftewel de vele stilstaande waterpartijtjes aldaar.

Hoe zit het met Fijnaart?

We gaan terug naar het begin van de 16e eeuw: het noordoosten van de voormalige Gemeenten Nieuw en Oud Gastel bestaat voornamelijk uit buitendijkse slikken en gorzen. Omstreeks 1550 wordt dit gebied ingepolderd en krijgt de naam “Heer Jans land”, genoemd naar de Heer Jan van Glymes IV, markies van Bergen op Zoom. In de polder wordt een dorpje gesticht: Nieuw Gastel. Ten noorden hiervan ligt het Barlake: een breed water door het samenstromen van de Mark en de Keene. Er komt een veerverbinding tot stand tussen Nieuw Gastel en Fijnaart over het Barlake.

In de tijd van Opstand tegen de Spanjaarden steken de Staatse troepen in 1883 de dijken door in de strijd tegen de Spanjaarden. De inwoners van Nieuw Gastel moeten vluchten naar een veilig heenkomen. Rond 1595 zijn de dijken weer dicht, maar het dorp Nieuw Gastel bestaat niet meer. Het Barlake-veer (Barlaquese veer) wordt weer in de vaart genomen.

In 1616 verpacht de Markiezin van Bergen op Zoom het “dwersveer van de Fijnaert ofte Blake over op ’s Heer Jan land” (het vroegere Nieuw Gastel) voor f42,00 per jaar aan Cornelis Cornelissen voor de periode van vijf jaar. Hij moet daarbij zorgen voor goed materieel, personeel en stevige steigers aan beide oevers. Iedereen moet met droge voeten op en van de pont kunnen stappen. Al snel zijn deze steigers vervangen door twee veerdammen.

Het water wordt door allerlei inpolderingen steeds meer getemd. Begin 19e eeuw is het brede Barlake veranderd in een rustig riviertje: de Dintel. De Keenehaven mondt daarin uit. Het veer over de Dintel bestaat dan nog steeds, maar is een voetveer geworden. In 1806 pacht Wouter van Steenhoven het veer, het tolhuis en een brug over de Keene van Fijnaart naar Standdaarbuiten. Ergens in de 19e eeuw is het Barlaakse veer opgeheven. De Barlaque, als buurtschapje, vinden we nog steeds tussen de Appelaar, de Torenpolder en de Henriëttepolder. Barlaque is thans vernoemd naar de Barlaecke, een kreek die de Mark verbond met de Dintel en de Mooie Keene, en die nabij Barlaque daarin uitmondde. De naam leeft verder vooral voort in een drietal straten: Barlaqueseweg in Oud Gastel, de Barlaaksedijk in Standdaarbuiten en de Blaaksedijk in Fijnaart.    

                                          Sjerp Vormeer

(Bron : artikel uit “Het geheugen van Brabant” door Anton Schuttelaars 2021)   

Advertenties